Privacytrends van 2014: een conclusie

Het privacyrecht is inmiddels een serieus specialisme met jaarlijks tientallen beschikkingen, vonnissen en richtsnoeren. Een overzicht daarvan is nuttig, maar kan je daarin ook bredere ontwikkelingen ontdekken? In deze blogserie worden tien privacytrends van 2014 besproken. Vandaag de conclusie: een slow motion-botsing, met horten en stoten.

Deze serie van privacytrends is eerder gepubliceerd in Mediaforum 2015/2, p. 50-54. Zie hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier en hier de tien privacytrends van 2014.

In deze blogserie hebben we tien privacytrends van 2014 besproken. Eén ding wordt duidelijk: technologische ontwikkelingen liggen al een paar jaar op ramkoers met het privacyrecht. Er kán steeds meer, maar er mág niet meer (en misschien zelfs minder).

Het afgelopen jaar tekenden de breuklijnen van dit conflict zich scherper af. Security is heel belangrijk, zo vindt ook het CBP. Maar zelfs de meest basale beveiligingsmaatregelen worden vaak niet genomen. Het ongericht opslaan van gedragsgegevens is verboden, zo oordeelde het Hof. Maar de Nederlandse regering handhaafde de bewaarplicht en introduceert een nieuwe ongerichte afluisterbevoegdheid. Het commercieel exploiteren van klantgegevens is controversieel, zo blijkt uit de ING-affaire. Maar veel bedrijven werken aan big data-plannen.

Het is niet te verwachten dat dit conflict dit jaar wordt beslecht. Dat betekent dat de praktijk en de regels verder uit elkaar zullen groeien. In dat vacuüm zullen ongeschreven, maatschappelijke normen vaak de doorslag geven. Mijn voorspelling voor 2015? Privacyjuristen worden iets minder jurist, en iets meer onderzoeker van die maatschappelijke normen.