Wat te doen met vorderingen van de politie?

Als een bedrijf gegevens over haar gebruikers heeft opgeslagen, is de kans groot dat de politie vroeg of laat langs komt om gegevens te vorderen. Waar moet je in zo’n geval op letten?

1. Beantwoord slechts schriftelijke bevelen, geen mondelinge verzoeken. Soms belt de politie met een verzoek om bepaalde gegevens af te staan. Je bent niet verplicht om daaraan mee te werken. Ook een verzoek waarin niet duidelijk wordt gemaakt wat de grondslag van een vordering precies is, hoeft een bedrijf niet te beantwoorden.

2. Onderzoek of de vordering de juiste wettelijke grondslag heeft. De bevoegdheden van de politie zijn heel specifiek omschreven. Zo mag de politie de NAW-gegevens van een abonnee van een telecomprovider niet opvragen op basis van een artikel op grond waarvan de inhoud van emails kan worden opgevraagd. Als in een bevel dus de inhoud van een email wordt opgevraagd, maar verwezen wordt naar de strafrechtelijke bepaling voor de opvraging van NAW-gegevens, dan hoeft een bedrijf het verzoek niet te beantwoorden.

3. Onderzoek of duidelijk is omschreven welke gegevens worden gevraagd. De politie mag alleen specifiek omschreven gegevens vorderen: sleepnetvorderingen, zoals ‘alle IP-adressen van bezoekers van uw site in week 47’ zullen al gauw onvoldoende specifiek zijn, en kunnen mogelijk bij de rechter worden aangevochten.

4. Onderzoek of de gegevens die worden opgevraagd raken aan de bronbescherming of andere belangen. Het kan voorkomen dat er een publiek belang is om de gevorderde gegevens vertrouwelijk te houden. Zo zou afgifte van gegevens bijvoorbeeld kunnen leiden tot onthulling van een journalistieke bron. Ook kan het recht op privacy een reden zijn om gegevens niet af te staan. Als je overweegt om niet te voldoen aan een vordering dan is het verstandig om juridisch advies in te winnen om de risico’s in kaart te brengen.

Voor vragen kan je contact opnemen met Ot van Daalen, +31 6 5438 6680, ot.vandaalen@digitaldefence.net.